Aan de hand van diverse opdrachten onderzoek je deze week hoe rekbaar taal is en hoe omvangrijk het poëtisch landschap kan zijn. Beelden, zintuigen, associaties en taalstructuren worden opgeroepen, blootgelegd en in een gedicht gehesen. De aanpak van docent Martijn den Ouden is tegelijk roekeloos en precies. Hij daagt je uit om naar authenticiteit te zoeken in het schrijven. Ontdek je poëtische stem en kijk naar de werkwijze van andere dichters. Leve de poëzie!
Tijdens deze poëziecursus leer je de vooropgezette ideeën over poëzie af te breken en met frisse ogen naar taal te kijken. Waarin schuilt de kracht van de taal? En hoe zet je een degelijk gedicht in de steigers? Je wordt uitgedaagd om met elkaar het experiment aan te gaan en de geheime luiken naar het onbewuste te openen. Eenmaal bij de bron van de taal aangekomen werk je aan solide gedichten en maakt daarbij gebruik van:
– de kracht van herhaling
– de beeldende kant van poëzie (kleuren/clichés)
– het effect van weinig woorden
– het gevaar en de schoonheid van het bloemrijke
– de liefde in poëzie
– readymades
– associëren
– de collagetechniek
– contrastwerking in taalconstructies
– close reading
– herschrijven
– de dialoog
Om stijlen en technieken inzichtelijk te maken introduceert Martijn tijdens de cursus verschillende dichters en schrijvers die daarvoor exemplarisch zijn. Kortom: in de poëziecursus bewandel je twee sporen die beide nodig zijn om een sterk gedicht te schrijven; het oprekken van de mogelijkheden die de taal biedt om tot een gedicht te komen en het neersabelen van de ruis die tijdens het schrijven het gedicht insluipt. Roekeloos en precies.